Filter op nieuwe reacties / van wie / periode / zoekwoorden

 

Door caro-on-line, 8 februari 2012, 13:51

Maak favoriet 

foto caro-on-line

Van jou was al

Van jou was de eerste hand die ik schudde.
Onnadenkend, een gebaar enkel, nietszeggend een vorm, maar toch;
van jou was de hand die ik het eerst schudde.

Van jou waren de ogen die ik het eerste zag.
Beschouwend, aftastend, onzeker. Ronddwalend maar toch
de mijne zoekend. Nieuwsgierig en reikend.
Van jou Lees verder

Van jou was de eerste hand die ik schudde.
Onnadenkend, een gebaar enkel, nietszeggend een vorm, maar toch;
van jou was de hand die ik het eerst schudde.

Van jou waren de ogen die ik het eerste zag.
Beschouwend, aftastend, onzeker. Ronddwalend maar toch
de mijne zoekend. Nieuwsgierig en reikend.
Van jou waren de ogen die ik het eerste zag.

Van jou kwamen de klanken die ik hoorde.
Jij, boven op de zolder, ik beneden op het gras,
Onverbonden en onwetend nog maar toch,
Van jou kwamen de klanken die ik hoorde.

Van jou was de mond,
De handen,
Het lijf
Jouw lijf.
Mijn begeerte, mijn hunkering,
De zindering, de golven en het genot.

Dit al was al in de eerste hand
Die ik schudde
Die van jou was.

198 keer bekeken


Nieuw op Netsamen:

foto Just mefoto Gertfoto Youssfoto -Yara Maria-foto Vanlifefoto Blauwe adelaarfoto Lichterleven60foto -Aranka-foto Yin-Moonfoto Eliofoto BloemPetrafoto Yvonne10foto Edgarfoto Ketlin

Meer vrouwen

Meer mannen

Door caro-on-line, 4 september 2008, 22:09

Maak favoriet 

foto caro-on-line

Vergeten raken de dagen

Vergeten raken de dagen,
de langgerekte momenten van samen.
Vergeten de lakens, het wit van wapperende gordijnen,
Jouw slapende hand laag op mijn rug
in de zon van lange lome weekenden,
met de tijd als ongemerkt afwezige.

Verloren.
De woorden, de taal die wij samen spraken.
De avonden, het Lees verder

Vergeten raken de dagen,
de langgerekte momenten van samen.
Vergeten de lakens, het wit van wapperende gordijnen,
Jouw slapende hand laag op mijn rug
in de zon van lange lome weekenden,
met de tijd als ongemerkt afwezige.

Verloren.
De woorden, de taal die wij samen spraken.
De avonden, het kaarslicht, het zachte samen vrouwelijke,
de uitgesproken twijfels onlosmakelijk verbonden met de verwondering over zoveel geluk.
Kan het zijn? Kan het zijn dat wij gelukkig waren?

Verbroken, het samen, de verstrengeling
De verbinding bleek niet rekbaar.
Onvoorwaardelijk niet echt.
Het was de realiteit van je keuze die me inhaalde.

Er is dood, er is leven
En groter dan beide is de liefde.
Wanneer verloren,
dan is tijd eerst vijand, een buigpunt, dan een vriend.

Het was een keus.
Een ordinair, persoonlijke keus,
Ze had met de liefde niets van doen,
Maar besloot
Ach en achteloos
Wel over het wel of niet mogen zijn
In dat wat groter blijkt dan al.

Je koos werkelijk een andere weg,
Want op de paden die ik wandel,
Herinnert niets me meer aan jou.

Dan is het nu verlangen dat rest,
Verlangen naar iets, groter dan jij persoonlijk bent,
Terwijl ik ben in
acceptatie van een tijd
tussen dood en leven en niets dat overstijgt.

Dan is het enkel dat,
Van binnen beleefde,
De herinnering in de pijn die verzacht.
In weken, in maanden, een jaar straks
Tijd. Van vijand naar vriend.

Leven vraagt naar invulling,
Tijd is een gegeven.

197 keer bekeken

Door caro-on-line, 3 mei 2008, 11:05

Maak favoriet 

foto caro-on-line

Gebroken momenten in het voorbijgaan der dingen

Ik heb heel lang in de rij moeten staan, het was er koud en het leek wel een heel leven, maar ik heb me goed beschermd en eindelijk ben ik binnen. Met ontzag kijk ik op naar de grote draaimolens waarin mensen gillen en zwieren, zich laten raken door de Lees verder

Ik heb heel lang in de rij moeten staan, het was er koud en het leek wel een heel leven, maar ik heb me goed beschermd en eindelijk ben ik binnen. Met ontzag kijk ik op naar de grote draaimolens waarin mensen gillen en zwieren, zich laten raken door de beweging. Er is muziek, er zijn tenten, en overal ruikt het naar warm eten en zoetigheid.

De spanning trekt aan de kriebel in mijn buik, maar ik ben bang dat ik niet zal blijven leven wanneer ik eraan overgeef. Wanneer ik mee zou doen. Ik weet immers niet zeker of ik hier wel echt hoor, of dit wel echt mijn leven is. En ik denk dat wanneer je per ongeluk ergens bent dat niet jouw leven is, je dan ook niet blijft leven wanneer je er zomaar ongevraagd in mee doet. Daarbij; ik moet opletten, voor en achter me kijken, want ze kunnen opeens naar mijn kaartje vragen. En die heb ik niet gekregen. Ze deden immers weer net of ze me niet zagen, daarnet, bij de poort. Dat doen ze altijd. Ik weet niet waarom. Ik vraag er ook niet meer naar, want ze horen me nu vast ook niet.

Ik ben hier alleen en dat vind ik niet zo erg. Ik zou het maar moeilijk vinden als er iemand naast me zou zijn die andere dingen zou willen ervaren dan ik. Dan zou ik moeten splitsen. En ben graag helemaal zelf. Ik zou alleen wel heel graag willen dat iedereen hier zijn masker eens af zou zetten. Dan zouden we gewoon met zijn allen kunnen zijn, in het plezier, in het spel, in het echt. Dan zou iedereen precies kunnen doen wat hij zou willen en dan zou dat goed zijn. Omdat we dan allemaal verbonden zouden zijn. Dan zou ik praten, en een beetje lachen, jouw hand vasthouden en misschien ook de jouwe en me warm voelen, van binnen. Dan zou je popcorn voor me kopen en dan zou ik voor jou op beestjes schieten met een echt geweer.

Iemand kijkt me aan. Door zijn masker zie ik zijn ogen en ik herken ze. Hij hoort in dit leven en speelt mee. Ik kom hem vaker tegen en bijna ga ik met hem mee de duizelingwekkende hoogte in. Of is het de diepte? Net op tijd kan ik me van hem losrukken. Nee. Zeg ik. Ik wil bij mijzelf blijven. Ik heb hem dat vaker gezegd. Maar telkens is hij er weer. Hij verrast me al niet meer en kijkt telkens een stukje minder blij.

Daarbij. Ik zoek niet hem, ik zoek jou. Ik dacht dat ik je gevonden had, maar toen ik mijn masker afzette zag ik je opeens met andere ogen. Toen was je gewoon net als alle anderen. Gewoon achter jezelf. Met een grens van willen en weten. Met deze andere ogen zoek ik verder. Maar zeker weten of ik echt zie, weet ik niet. Misschien kijk ik wel weer door een masker. Hoe weet je zeker waar je echte huid begint? En ophoudt?

Ik denk dat je ergens achterin bent. Achterin, aan de rand, waar het donker is en waar de woonwagens staan. Ik denk dat je nu iemands hand vasthoudt. Om hem te lezen, maar dat kun je eigenlijk niet. Ik moet altijd een beetje lachen als ik daaraan denk. Eigenlijk lees je momenten maar dat wil niemand geloven. Daarom staat er bord bij je deur. Handlezeres – zo heb je er met witte letters op geschreven - uw toekomst tussen de breuklijnen.

Met hun hand in jouwe en hun ogen verwachtingsvol op je gericht buig je je hoofd en lees je het moment. Vertel je waar die ander is. En waar het pad naar toe zal buigen. Laat je de moeilijke dingen weg. Soms. Ieder heeft vertrouwen nodig, anders loopt niemand verder en je wilt niet iedere dag de zelfde handen voelen. En soms noem je ze wel. Want sommigen van ons willen de waarheid. Die vertellen ze je zelf, zo zeg je altijd. Zodat jij het terug kan vertellen. Want jij hebt een manier om hard zacht te laten klinken.

En terwijl momenten van anderen aan je voorbij gaan, ze hun hoofd voor je buigen in je kleine deur en hun weg vervolgen, wacht jij. Op de tinteling die je zult voelen. Je wacht in een berusting van zeker weten. Je wacht. Totdat je in het moment van die ander opeens je eigen weg zult lezen. Het moment van mijn handen in de jouwe. Dan zul je glimlachen, je ogen oprichten en mijn masker afnemen. Opdat ik kan zien.

Honderden handen gleden al door je vingers.
En duizenden zullen dat nog doen

want telkens.
Als ik me naar de donkere rand van deze wereld begeef.
Verstomd opeens het geluid. Sterft het gillen weg.
Wordt het zwart en is er niets meer. Geen kermis.
Geen woonwagens. Geen onverwacht thuiskomen bij de geur van koffie.
Geen brandende kachel, geen boek op het bed.

In de breuk tussen levens - Geen moment om te lezen. No moment at all

196 keer bekeken